Wedkantoren winnen rechtszaak tegen Belgische staat.

Dit is een eerste overwinning na vergeefse pogingen om de minister van Justitie bewust te maken van de talrijke schendingen van Europese normen, waaronder de GDPR.

Een systeem dat de privacy schendt en spelers niet beschermt

Concreet moet sinds 1 oktober elke persoon die een wedkantoor binnenkomt systematisch zijn identiteitskaart tonen en een kopie achterlaten, zijn beroep aangeven, gefotografeerd worden en een geautomatiseerd register ondertekenen waarin al deze informatie wordt verzameld voor een periode van 10 jaar vanaf het laatste bezoek aan het agentschap. Deze gegevens, die zogenaamd uitsluitend ter bescherming van de spelers worden verzameld, zouden niettemin voor andere doeleinden kunnen worden gebruikt, met name in het kader van gerechtelijke onderzoeken.

De nieuwe verordening schrijft niet alleen de invoering van een zeer belastend geautomatiseerd systeem voor, maar blijkt ook bijzonder intrusief te zijn voor de privacy van de spelers, aangezien deze laatsten een dergelijke behandeling terecht als onredelijk ervaren.

Aangezien de minister van Justitie ondanks talrijke interpellaties en na erkenning door hemzelf van de fouten in het systeem bleef volharden in deze regelgeving, kon de BVWK niet anders dan haar leden steunen die door deze regeling werden benadeeld. Samen met meer dan tweehonderd wedkantoren heeft BVWK besloten een rechtszaak in kortgeding aan te spannen om zo snel mogelijk een einde te maken aan deze schendingen van het Belgische grondwettelijke recht en het Europese recht.

In haar vonnis heeft de rechtbank van eerste aanleg van Namen vastgesteld dat de regelgeving waarbij het EPIS-systeem wordt uitgebreid tot wedkantoren, op het eerste gezicht in verschillende opzichten in strijd is met de GDPR, met name omdat zij het verzamelen van onnodige gegevens verplicht stelt, het risico van gegevenslekken vergroot en het gebruik van die gegevens voor strafrechtelijk onderzoek toestaat, zonder dat er enig verband is met de bescherming van de spelers. De rechtbank bestraft ook de schending van het gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel, aangezien dagbladhandels die sportweddenschappen of producten van de Nationale Loterij aanbieden niet op dezelfde manier worden behandeld, zonder dat dit verschil gerechtvaardigd is. De rechtbank heeft dus de toepassing van deze regelgeving voor de BVWK en de 202 andere bij de zaak betrokken agentschappen buiten werking gesteld, hetgeen het stopzetten van de controles met zich meebrengt.

De noodzaak om een dialoog te hervatten om de speler te beschermen

BVWK is verheugd over deze bijzonder goed gemotiveerde rechterlijke beslissing en onderstreept de nauwgezetheid en de kwaliteit van het onderzoek van de rechtbank, dat de omvang van de door de Belgische Staat begane schendingen perfect heeft begrepen.

De professionals op het gebied van kansspelen staan ter beschikking van de parlementsleden en de federale regering en dringen aan op een snelle organisatie van de besprekingen die onontbeerlijk zijn voor de totstandbrenging van een doeltreffend juridisch kader in de strijd tegen spelverslaving. Zij herhalen dat zij de bescherming van de privacy van de spelers willen waarborgen, rekening houdend met de realiteit van de sector, die van de Nationale Loterij, maar ook met het risico dat spelers zich tot illegale online kansspelwebsites wenden.

Zij herhalen hun tot dusver weinig gehoorde bereidheid om deze dialoog zo spoedig mogelijk in praktijk te brengen, als sine qua non voorwaarde voor de invoering van een systeem dat de bescherming van de spelers versterkt, zonder hun rechten op bescherming van hun persoonsgegevens en hun persoonlijke levenssfeer uit het oog te verliezen.

Voor meer informatie : ​
​​
​Yannik BELLEFROID +32495 58 96 68, yannik.bellefroid@upap-bvwk.be ​
​Tom STAMMELEER, +32 477 20 05 99, tom.stammeleer@upap-bvwk.be